Interview Herman Meijer. Hemeyla
2008
1. Herman, dankzij internet komt de naam Hemeyla weer helemaal terug bij de raceliefhebbers van vroeger maar wordt nu ook bekend bij de huidige generatie. Wat betekent deze naam ?
HEMEYLA is bedacht door Wim Oldenmenger die in de beginjaren mijn helper was (HErman MEIJer LAren) de ij is verandert in Y omdat deze ij veelal niet bekend is in een andere taal.
2. Je site www.hemeyla.nl is in korte tijd zeer uitgebreid geworden, hoe kom je aan deze info en foto's, want er staat ondertussen onwijs veel op, ook over andere coureurs ?
Op een gegeven moment kreeg ik een uitnodiging van het Racemotor museum in Lexmond: er werd een HEMEYLA dag georganiseerd met het vriendelijke verzoek of ik daar aanwezig kon en wilde zijn. Het was algemeen bekend dat ik mij totaal had teruggetrokken, men had zo zijn twijfels of ik wel kwam. Ik besloot toch de stoute schoenen aan te treken, op naar Lexmond. Het onthaal was groots, daar besefte ik voor de eerste keer wat HEMEYLA voor velen betekende. In Lexmond trof ik wederom één van mijn helpers aan, namelijk Peter Schoenmakers. Deze Peter had van alle jaren van 1963 tot en met 1975 alles wat er ook maar te vinden was uit kranten, tijdschriften en motorbladen in diverse plakboeken verzameld en daar tentoongesteld. Ik was dan ook hogelijk verbaasd dat Peter daar veel tijd in had gestoken. Van het één kwam het ander, mede door de overweldigende belangstelling op die dag en in het bijzondere voor de techniek van het HEMEYLA product, kwam er de vraag: Herman kun je geen website maken om dit alles opnieuw voor het voetlicht te brengen? Toen HEMEYLA eenmaal op internet te zien was, kwam er een stroom van informatie naar mij toe. Er werden diverse artikelen en foto’s per mail en post toegestuurd, zelfs uit het buitenland. Dit gebeurt nog steeds enkele keren per jaar. En niet te vergeten de bijdragen van Ton Kooyman, Rijk van de Berg, Peter Goedegebure en vele anderen.
3. Ooit ben je begonnen als coureur op een zelf geprepareerde Kreidler in de zestiger jaren, wat was voor jou de motivatie om te gaan racen ?
De vraag van wel of niet gaan racen is er nooit geweest. Er was alleen maar de vraag: hoe werkt het en waarom werkt het zo, en de belangrijkste vraag: kan het ook anders, kan het beter. Eigenlijk was de vraag er helemaal niet, het zit zat in de genen zeggen ze wel eens, dat is voor mij techniek. Op school deden deze genen niet mee. Uiteindelijk was het gevolg racen om deze techniek zichtbaar te maken.
4. Je werd al snel bekend om je technische kwaliteiten, hoe kwam je daaraan, wat voor opleiding heb je gedaan ?
Tot mijn veertiende verjaardag lagere school, de dag daarna wekte ik als bromfiets monteur in een rijwiel zaak, dat is alles.
5. Jou versnellingsbakken met trekspie werden zeer bekend en werd een graag gebruikt product. Hoeveel heb je er ongeveer gemaakt ?
Alle bakken bij elkaar meer dan honderd denk ik. In totaal heb ik drie types gemaakt, het middelste type heet dan ook de honderd-serie.
6. Ook Barry Sheene heeft met zijn Suzuki 125cc in 1971 met jouw versnellingsbak gereden en werd er bijna wereldkampioen mee. Hoe beleef je dat op zo’n moment, want dit geeft toch wel even aan wat voor kwaliteit het is?
Stapt Barry Sheene onaangekondigd met Suzuki carters en een bak onder de arm de werkplaats binnen en vraagt: Herman kun je in deze carters een goed werkende 6 bak maken, die als het even kan ook heel blijft, is toch wel even schrikken. Van het resultaat krijg ik nog steeds een klein beetje kippenvel.
7. Werden deze producten van tevoren besteld of stonden ze zo maar ineens voor je op de stoep ?
Meestal kwamen ze gewoon even langs.
8. Je hebt ook eens een watergekoeld carter gebouwd, waren dat zo maar ideeën die je uitvoerde omdat je dacht dat het beter was of hadden berekeningen aangetoond dat dit vermogenswinst moest geven?
Berekeningen zijn er nooit geweest, meestal een gevolg van voor mij logisch redeneren.
9. Werden nieuwe produkten eerst via de tekentafel op papier gezet of kwam alles uit het hoofd ?
Wat ruwe schetsjes en dan achter de draaibank kijken hoe het er uit ging zien.
10. Als er iets nieuws ontwikkeld en gebouwd was, werd er natuurlijk op de openbare weg even proefgedraaid. Kon de Larense bevolking deze acties waarderen ?
Ja hoor geen enkel probleem. Vorig jaar was er een bijeenkomst in Laren van prominenten die Laren op de kaart hadden gezet, ik hoorde daar ook bij. De meeste verhalen gingen over het proefrijden op de openbare weg, koeien die door de afrastering vlogen, en van automobilisten die de schrik van hun leven kregen als ik ze inhaalde.
11. Heeft dit ooit voor problemen met de Politie gezorgd ?
Ja een keer ging het mis, werd de racer in beslag genomen, wat mij een wedstrijd kostte. Ik moest voorkomen, de rechtbank wist er geen raad mee, de racer kon nergens onder gebracht worden. Door plechtig te beloven nooit meer op de openbare weg te rijden en 75 gulden betaald te hebben kreeg ik de racer weer mee. Later hoorde ik dat de politie er wel voor zorgde dat zij er niet waren als ik aan het proefdraaien was.
12. Tussen al deze activiteiten door racete jezelf ook nog. Kon jij je hier voldoende op voorbereiden of kende men in deze tijd nog geen stress ?
Het woord stress was nog niet uitgevonden, voorbereiding kende ik ook niet.
13. Wat genoot de voorkeur, racen of met de techniek bezig zijn ?
Ik geloof niet dat er een voorkeur was, maar spannend was het wel.
14. Was het financieel goed haalbaar in die tijd of moest je alles bij elkaar schrapen om te kunnen eten ?
Het is toch wel enkele keren gebeurd, dat een brood uit het potje waar de loze muntjes in verdwenen na een avondje stappen, die los in de broekzakken rond zweefden betaald moest worden.
15. De Jamathi -jongens Jan Thiel en Martin Mijwaart waren geen onbekenden in de Larense werkplaats. Hadden jullie veel contact met elkaar ?
Ja toch wel het meest met Jan. Paul kwam meestal als er een of andere bewerking gedaan moest worden, het mooie vond ik achteraf dat er niet gesproken hoefde te worden over de werkzaamheden. Dat van de hoed en de rand was bekend.
16. In 1971 ging je zelfs voor Jamathi rijden. Hoe kwam dit tot stand ?
We waren in Francorchamps, wij kwamen al bij elkaar over de vloer. Na de eerste training troffen
Jan en ik elkaar. Hoe gaat ‘t?, vroeg ik, niet goed was Jan zijn antwoord. Er is iets niet goed aan de fiets, hij komt niet op gang, terwijl hij beter is dan vorig jaar. Wat suggesties in de groep gegooid met als resultaat dat Jan vroeg: Herman, wil jij het een training proberen of je er achter kunt komen wat er aan de hand is? Mijn fiets was goed, dus waarom niet. De training ging verder goed. En? vroeg Jan, ik zei: dit en dat moet er veranderd worden, dan is het oké. Zal ik doen, zei Jan. Dan moet je morgen maar bewijzen of je gelijk hebt, zei Jan lachend. En zo is het gekomen.
17. Toen je voor Jamathi reed ontstond toen niet het probleem van "twee kapiteins op één schip" ?
Nee, er is nooit een discussie geweest van welles, nietes, het ging gewoon perfect. Het was niet voor niets dat jan bij zijn afscheid in Raalte mij in het oor fluisterde: wij hadden samen door moeten gaan in 1971.
18. Jan en Martin gingen later via Jan Huberts naar Italie om voor Piovaticci te werken. Heb jij ooit aanbiedingen gehad van bedrijven of fabrieken ?
Er is een keer een gesprek geweest met Flandria, is op niets uit gelopen.
19. Later, in 1976 bij Bultaco werden ze wereldkampioen met Nieto in de 50cc klasse, hier zat wel weer een versnellingsbak (tandwielen) van jou in. Je hebt dus ooit met jouw produkt het hoogst mogelijke bereikt. Smaakt dat niet naar meer ?
Ergens zeg ik, ik ben er klaar mee, voor mij is het nu een gepasseerd station, zo zit ik in elkaar. Eens was ik de eerste die een computer kocht in Deventer, ik was de eerste die kleuren foto’s afdrukte op de foto club, de eerste in Laren die ging parachute springen, de enige bij een hypnotiseur die mij niet onder hypnose kon krijgen. Ik blijf wat rondhangen en ga weer verder naar de volgende uitdaging.
19. Wat is de beste prestatie die ooit met een Hemeyla behaald is ?
Twee maal Nederlands kampioen.
20. Welke coureur bewonderde jij het meest in die tijd in de lichte klasse ?
Paul Lodewijks.
21. Welke constructeur bewonderde je het meest ?
Jan Thiel
22. De 50cc is verdwenen, wat vind je daar van, zijn drie klasses genoeg in het WK ?
Geen mening. Een vraag blijft hangen: hoe ver zou de 50 cc gekomen zijn?
23. We zijn nu vele jaren verder, als je nu een nieuw blok moest ontwerpen (50cc) hoe zou dat er uit zien ?
Antwoord vraag 23 – 24 – 25 – 26 Sorry zie antwoord vraag 18. Ben, ik denk dat je begrijpt waarom ik geen antwoord kan geven.
24. En hoeveel geschat vermogen zou dat nu geven ?
25. Jou voorkeur: Roterende inlaat of Membraam, en waarom?
26. Trekspie of klauwen geschakeld ?
27. Wat doet Herman tegenwoordig ?
Herman fietst veel en is wel 40 uren per week met de site bezig.
28. Wat zou Herman nog graag eens willen ?
De Niagara waterval, Grand Canyon, Ruimte wandeling maken en een kolibrie willen zien.
29. Kunnen we Herman ooit nog eens op een echte Hemeyla aan de start zien bij een classicrace ?
Nee
30. Tot slot, het meest vreemde wat je ooit hebt meegemaakt in de racerij ?
Dat ik ‘s morgens wakker werd midden in een veld met maïs.
Herman, bedankt voor dit interview!
Ben Looijen
Bazzer.nl